Data Intelligence

Analysis, BI, Prediction, Planning, Boardroom

AI, banenverlies, ja, maar…

apr 30, 2024 | Data Intelligence NL | 0 comments

Uit een enquête van ING België blijkt dat 42% van de Belgen denkt dat AI zal leiden tot banenverlies… terwijl slechts 3% vreest voor zijn eigen baan! Een update van Charlotte de Montpellier, Senior Economist, ING.

Uit een studie van het economisch departement van ING België blijkt dat 3,3 miljoen Belgen een baan hebben met AI. Ten goede? Voor slechter? De Belgen weten nog niet precies wat ze verwachten van de opkomst van AI, zegt Charlotte de Montpellier, Senior Econoom bij ING. Er zullen banen verloren gaan. Maar….

“De ambiguïteit waarmee het onderwerp kunstmatige intelligentie wordt waargenomen, komt misschien wel het best tot uiting in het feit dat, volgens onze enquête onder de Belgische bevolking, de stellingen ‘AI is een gevaar voor de samenleving’ en ‘AI is een opportuniteit voor de samenleving’ allebei veel meer instemming dan onenigheid oogstten bij de deelnemers.”

Een impact, ja, maar niet voor mij…

51% van de Belgen gelooft dat producten en diensten die gebruik maken van AI hun dagelijks leven de komende vijf jaar ingrijpend zullen veranderen. En niet noodzakelijk ten goede. 42% van de Belgen verwacht dat het wijdverspreide gebruik van AI de komende vijf jaar meer banen zal kosten dan creëren. Dit geldt voor alle leeftijdsgroepen, alle geslachten en alle beroepen.

Maar als het op hun eigen job aankomt, lijken de ondervraagden zich niet al te veel zorgen te maken. Slechts 3% van de werkende Belgen verwacht dat hun job in de komende vijf jaar vervangen zal worden door AI, met de laagste cijfers voor managers en professionals. Een derde van hen verwacht dat hun werk op geen enkele manier zal worden beïnvloed.

AI mag niet leiden tot massawerkloosheid

Het economische onderzoeksdepartement van ING is van mening dat AI het potentieel heeft om de arbeidsmarkt ingrijpend te veranderen, met gevolgen voor werknemers van alle vaardigheidsniveaus in een grote verscheidenheid aan bedrijven en sectoren. Als we de IMF-methodologie toepassen op België, schat Charlotte de Montpellier dat 65% van de Belgische werknemers een baan heeft met een hoge blootstelling aan AI, oftewel 3,3 miljoen Belgen.

31% van de banen (1,6 miljoen Belgen) zijn beroepen met een hoge blootstelling en een hoge complementariteit, die waarschijnlijk baat zullen hebben bij AI, en 34% (1,7 miljoen Belgen) zijn beroepen met een hoge blootstelling en een lage complementariteit, waar AI eerder menselijke taken zal vervangen. Deze cijfers betekenen echter niet dat dit percentage werknemers hun baan zullen verliezen. Ongeveer 34% van de Belgische werknemers zal waarschijnlijk geen gevolgen ondervinden van AI.

Managers zijn het meest blootgesteld

Administratieve medewerkers, die voornamelijk tot de categorie “hoge blootstelling en lage complementariteit” behoren, zullen waarschijnlijk het meest worden getroffen door AI… en in deze categorie is het waarschijnlijk dat er banen verloren zullen gaan. Omgekeerd zijn managers in hoge mate blootgesteld aan AI, maar zijn ze meer complementair aan de technologie en zullen ze er daarom waarschijnlijk meer van profiteren.

Implementatieprocessen gaan zelden van de ene dag op de andere, dus de transformatie van banen zal geleidelijk gaan,” vervolgt Charlotte de Montpellier. Tegelijkertijd zal de vraag zich blijven ontwikkelen en zullen er waarschijnlijk nieuwe behoeften en nieuwe beroepen ontstaan. Bovendien moeten we rekening houden met veranderingen in het arbeidsaanbod. Met een vergrijzende bevolking mag AI niet leiden tot massale werkloosheid in België.

31% van de Belgen verwacht een positieve impact op de groei

Meer dan 31% van de Belgen verwacht een positieve impact op de Belgische groei in de komende vijf jaar, terwijl 18% een negatieve impact verwacht.

Wil AI een impact hebben op de economische groei op macro-economisch niveau, dan moet het een impact hebben op de productiviteit. Ondanks de toenemende toepassing van AI is de productiviteitsgroei in veel landen, waaronder België, de afgelopen jaren relatief traag geweest. Het feit dat AI momenteel geen significante impact heeft op de productiviteitscijfers op nationaal niveau betekent echter niet dat er helemaal geen impact zal zijn. In feite is het gewoon nog te vroeg om de impact al te voelen in de algemene cijfers.

Geduld is nog steeds vereist voordat we enig effect zien

De economische literatuur heeft aangetoond dat de uitvinding van technologieën voor algemene doeleinden, zoals elektriciteit en de personal computer, aanvankelijk leidde tot een daling van de productiviteit, omdat het veranderingen oplegde in productiemethoden, bedrijfsorganisatie en investeringen in menselijk kapitaal,” aldus Charlottre de Montpellier. “Historisch gezien wordt een productiviteitsboom meestal gedurende 2 tot 3 jaar voorafgegaan door een toename van de investeringen in apparatuur die het gebruik van de nieuwe technologie mogelijk maakt… Uiteindelijk denken we dat we een paar jaar moeten wachten voordat de productiviteitsboom echt zichtbaar wordt in de macro-economische gegevens.

De afdeling economisch onderzoek van ING schat dat de door AI gegenereerde productiviteitswinst op macro-economisch niveau aanzienlijk zal zijn. Aan de andere kant zal het incrementele effect zwakker zijn dan door sommigen wordt geschat. De productiviteitswinst die alleen al door AI wordt gegenereerd, zou uiteindelijk maximaal 1 procentpunt op jaarbasis op mondiaal niveau kunnen zijn, d.w.z. een effect dat gelijk is aan dat van de uitvinding van de personal computer en het internet. Dit betekent echter niet dat de productiviteitsgroei daadwerkelijk met bijna 1 procentpunt zal toenemen. Terwijl AI de bron van productiviteitswinst zou kunnen zijn, zullen andere factoren, met name de vergrijzing van de bevolking en de afname van de productiviteitswinst als gevolg van eerdere innovaties, de andere kant op werken en de productiviteitsgroei drukken.